Art. 6, §1, 4de lid: deze bepaling is van toepassing vanaf de hernieuwing van het mandaat van de deskundige in geval van een mandaat voor bepaalde duur en twaalf maanden te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit in geval van een mandaat voor onbepaalde duur, behalve voor de openbare vastgoedbevaks die na de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad zijn ingeschreven op de in artikel 31 van de W 20/07/2004 bedoelde lijst. Voor de berekening van de termijnen bedoeld in artikel 6, § 2, eindigt de eerste termijn van drie jaar die in deze bepaling wordt bedoeld, uiterlijk op 31 december 2011.
Art. 23, 25 en 26: op de eerste dag van het eerste volledige boekjaar dat volgt op de inwerkingtreding van dit besluit wat betreft de openbare vastgoedbevaks die, op de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, zijn ingeschreven op de in artikel 31 van de W 20/07/2004 bedoelde lijst. De openbare vastgoedbevaks die, op de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, zijn ingeschreven op de in artikel 31 van de W 20/07/2004 bedoelde lijst, kunnen de bepalingen van artikelen 23, 25 en 26 evenwel toepassen voor de jaar- en halfjaarrekeningen die op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit nog niet werden opgesteld door de raad van bestuur of, naargelang het geval, de zaakvoerder van de openbare vastgoedbevak. De artikelen 37 en 38 van het KB 10/04/1995 en artikelen 2 tot 5 van het KB 21/06/2006 zijn niet van toepassing op die openbare vastgoedbevaks. Voor wat de boekhouding betreft, zijn de institutionele vastgoedbevaks aan dezelfde overgangsregeling onderworpen als de openbare vastgoedbevak die hen controleert.
Art. 53, § 1: de limiet van 65 % die door deze bepaling voor de enkelvoudige schuldratio wordt bepaald geldt maar na het verstrijken van een termijn van twaalf maanden na de inwerkingtreding van dit besluit. Tijdens de in het vorige lid bedoelde termijn zijn de artikelen 27, § 2 en 70 enkel van toepassing op de uitkeringen aan aandeelhouders die respectievelijk verricht worden door een openbare vastgoedbevak of door een institutionele vastgoedbevak terwijl de geconsolideerde schuldratio van de openbare vastgoedbevak door die uitkering boven 65 % van de geconsolideerde activa zou uitstijgen of terwijl die limiet reeds overschreden zou zijn.