help window
Français | Nederlands
Chrono
Parlement
Grondwettelijk Hof
Beroep Raad van State
Verdragen
Europa
Benelux


Een artikel opzoeken

Nummer



Hebt u een fout ontdekt ? Hebt u een vraag ?
Stuur ons een boodschap !
Opschrift

Arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 28/2016 van 25 februari 2016

"vernietigt artikel 9 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens in zoverre het zonder meer van toepassing is op de publiekrechtelijke beroepsorganisatie die bij de wet ermee is belast onderzoek te verrichten naar schendingen van de beroepscode van een gereglementeerd beroep en op de activiteit van een privédetective die ertoe is gemachtigd voor de betrokken beroepsorganisatie op te treden overeenkomstig artikel 13 van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privédetective."


ChronoAnalyseParlementGrondwettelijk HofBeroep RvSVerdragenEuropaBenelux 
Basisinformatie
Datum van de akte: 25/02/2016
Nummer: 28/2016
Aard van de akte: Arrest van het Grondwettelijk Hof
Publicatie(s) in Belgisch Staatsblad
Datum: 28/04/2016
Pagina:28722
Advies van de Raad van State --
Inwerkingtreding / Uitwerking Absoluut gezag van gewijsde: dag van bekendmaking

Uitwerking: datum van de akte houdende de vernietigde bepaling

Periode van geldigheid van 08/12/1992 tot ...
Opmerkingen Hoewel het beroep tot nietigverklaring specifiek gericht is tegen de artikelen 3, §§ 3 tot 6 en tegen artikel 9 van de W 08/12/1992, vernietigt het Hof enkel deze laatste bepaling en wijst daarbij, tezelfdertijd, op het bestaan van een lacune in de wetgeving, de lijst van uitzonderingen voorzien door artikel 3 van de W 08/12/1992 dienen in de toekomst door de wetgever op een uitdrukkelijke wijze te worden uitgebreid. Zie in dat verband de volgende punten van het arrest: "B. 9. Bij zijn arrest nr. 59/2014 heeft het Hof besloten tot de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door artikel 9 van de bestreden wet, in zoverre het zonder meer van toepassing is op de activiteit van een privédetective die ertoe is gemachtigd zijn activiteiten uit te oefenen ten behoeve van publiekrechtelijke rechtspersonen en die optreedt voor een publiekrechtelijke beroepsorganisatie die bij de wet ermee is belast onderzoek te verrichten naar schendingen van de beroepscode van een gereglementeerd beroep"(...). B.10. Weliswaar heeft het Hof zijn onderzoek in het arrest nr. 59/2014 beperkt tot de situatie van de privédetectives, maar de conclusie van dat onderzoek geldt op dezelfde wijze voor de situatie van de beroepsorganisatie waarvoor die privédetectives optreden (...). B.11. Het middel is gegrond in zoverre artikel 9 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens zonder meer van toepassing is op de publiekrechtelijke beroepsorganisatie die bij de wet ermee is belast onderzoek te verrichten naar schendingen van de beroepscode van een gereglementeerd beroep en op de activiteit van een privédetective die ertoe is gemachtigd voor de betrokken beroepsorganisatie op te treden overeenkomstig artikel 13 van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privédetective. Die situaties vallen bijgevolg buiten het toepassingsgebied van artikel 9 van de wet van 8 december 1992, in afwachting van de uitdrukkelijke uitbreiding, door de wetgever, van de vrijstellingen waarin artikel 3 van dezelfde wet voorziet.".