Voor de in artikel 2 van KB 13/11/1991 'tot instelling van een bijzondere werving en een vorming van kandidaat-aanvullingsvrijwilligers' bedoelde kandidaten-aanvullingsvrijwilligers: art. 1 tot 5, 6, § 1, eerste lid, 2° en tweede lid, § 2 en § 3, 7, 1° tot 3°, 9 tot 14, 15, 2°, 16, eerste lid en art. 17: 01/11/1991 (KB 13/11/1991 'tot instelling van een bijzondere werving en een vorming van kandidaat-aanvullingsvrijwilligers', art. 6)
Voor alle kanditaten, behalve deze bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2° en 3°, van de wet van 21 december 1990 'houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader tijdens hun vorming met het oog op de overgang of de sociale promotie': 15/08/1994 (KB 11/08/1994 'houdende de inwerkingstelling van sommige bepalingen betreffende de rechtstoestanden van het militair personeel', art. 12)