01/01/2025 (uiterste datum: de inwerkingtreding wordt vastgesteld op 01/01/2024 (art. 21, eerste lid), maar de "Koning kan een latere datum van inwerkingtreding bepalen dan die vermeld in artikel 21, eerste lid, zonder dat die datum later mag zijn dan 1 januari 2025" (art. 22, eerste lid); Machtiging volledig uitgevoerd: 01/01/2025 (KB 17/12/2023, art. 35))
Art. 2, 7, 8, 10 tot 16: 01/02/2024 (art. 21, derde lid); Uitgesteld naar 01/02/2025, overeenkomstig art. 22, tweede lid, W 12/03/2023.
Overgangsbepalingen: art. 19, 20 en 21, tweede lid
van 01/01/2025
tot ...
Art. 22, tweede lid: "In geval van toepassing van het eerste lid [van artikel 22], worden de in artikel 138, tweede lid, van de wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, zoals ingevoegd bij artikel 16, en de in artikelen 19, 20 en 21, tweede en derde lid, vermelde data verlengd met hetzelfde aantal maanden als het aantal maanden waarmee de inwerkingtreding van deze wet wordt uitgesteld."